Voor het eerst in meer dan een decennium is het aantal zelfstandig ondernemers (zzp’ers) in Nederland gedaald. In het eerste kwartaal van 2025 telde het land 28 duizend minder zzp’ers dan een jaar eerder. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De afname markeert een trendbreuk na jaren van onafgebroken groei sinds 2013.
Terugloop vooral bij zelfstandigen die arbeid aanbieden
De krimp deed zich vooral voor onder zzp’ers die hun eigen arbeid aanbieden – een groep die jarenlang juist een constante toename liet zien. In tegenstelling tot verkopende zelfstandigen, waarvan het aantal relatief stabiel bleef rond de 200 duizend, was de daling in deze categorie aanzienlijk. De terugval komt grotendeels doordat velen zijn gestopt of inmiddels minder uren als zelfstandige maken.
Zzp’er verruilt ondernemerschap steeds vaker voor loondienst
Een belangrijke verschuiving daarbij: steeds meer voormalige zzp’ers kiezen voor flexibel dienstverband. Zo waren er begin 2025 maar liefst 47 duizend werknemers met een flexibele arbeidsrelatie die een kwartaal eerder nog het merendeel van hun uren als zzp’er werkten – bijna een verdubbeling ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Het gaat vaak om tijdelijke contracten, uitzendwerk of oproepbanen.
Hoewel het totale aantal flexibele arbeidsrelaties licht is afgenomen, groeide het aandeel voormalige zelfstandigen binnen deze groep. Ook het aantal zzp’ers dat overstapte naar een vaste baan verdubbelde, al bleef dit met 12 duizend personen relatief beperkt. Daarentegen groeide ook de groep die geen betaald werk meer had – van 43 duizend naar 48 duizend – bestaande uit mensen die bijvoorbeeld met pensioen gingen of om andere redenen niet meer beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.
Technische beroepen zien hoogste uitstroom
Opvallend is de sterke uitstroom van zzp’ers uit technische beroepen, zoals bouwarbeiders. Maar liefst 17 procent van alle zzp’ers die hun arbeidspositie wijzigden in het eerste kwartaal van 2025 werkte voorheen in een technisch beroep – het hoogste aandeel onder alle beroepsgroepen. In veel andere sectoren, waaronder pedagogisch werk en management, was eveneens sprake van uitstroom, maar minder uitgesproken.
Tegelijkertijd bleven sectoren zoals transport en logistiek, commerciële functies en administratieve beroepen relatief stabiel als het gaat om het aantal zzp’ers dat stopte of van positie wisselde.
Grootste afname bij commerciële en zorgberoepen
Kijken we naar het verschil over een heel jaar, dan valt op dat de grootste afname plaatsvond in de commerciële sector. Het aantal zelfstandigen daar daalde van 107 duizend in het eerste kwartaal van 2024 naar 91 duizend in 2025 – een afname van 16 duizend, met name onder verkopers. Ook de zorg- en welzijnssector zag een aanzienlijke terugloop, van 170 duizend naar 156 duizend zzp’ers. Hier ging het onder meer om maatschappelijk werkers en medische specialisten. De dienstverlening volgde met een daling van 12 duizend zelfstandigen, vooral in horeca en schoonmaak.
Ook in andere beroepsgroepen was een teruggang zichtbaar: het aantal zzp’ers daalde bij managers (van 45 naar 36 duizend), pedagogische beroepen (van 89 naar 82 duizend), agrarisch werk (van 54 naar 48 duizend), en overige sectoren (van 10 naar 7 duizend).
Tegenover deze dalingen stonden enkele lichtpuntjes. Zo groeide het aantal zelfstandige ICT’ers van 73 naar 80 duizend, en ook de creatieve en taalkundige beroepen kenden een stijging – van 123 naar 142 duizend. In bedrijfseconomische en administratieve beroepen steeg het aantal zzp’ers eveneens aanzienlijk: van 177 naar 191 duizend.
Toekomst onder druk door wetgeving
De algemene daling past in een breder beeld waarin bedrijven terughoudender zijn geworden met het inhuren van zzp’ers. Redenen daarvoor liggen onder meer in strengere handhaving rondom schijnzelfstandigheid. Dit maakt het aannemelijk dat de neerwaartse trend zich, in elk geval op korte termijn, zal voortzetten.