De Oostenrijkse vastgoedondernemer René Benko, ooit de flamboyante oprichter van het Signa-concern met een schuldenberg van meer dan €15 miljard, staat deze week in Innsbruck terecht op verdenking van faillissementsfraude. De strafzaak vormt het eerste hoofdstuk in een reeks juridische procedures die zijn neergang moeten ontrafelen — een val die Europa’s financiële wereld nog altijd in zijn greep houdt.
Fraudeonderzoek naar verborgen vermogen
Volgens het Oostenrijkse Openbaar Ministerie zou Benko eind 2023 geld en waardevolle goederen ter waarde van in totaal circa €660.000 hebben onttrokken aan zijn faillissementsboedel, met als doel schuldeisers te benadelen. Daarbij gaat het onder meer om een vooruitbetaling van €360.000 aan huur voor een woning in Innsbruck die volgens de aanklagers “onbewoonbaar” was, en een gift van €300.000 aan een familielid. Ook zou Benko contant geld, luxe horloges, manchetknopen en andere kostbaarheden ter waarde van zo’n €250.000 bij familie hebben ondergebracht.
De voormalig miljardair, die sinds januari in voorarrest zit, ontkent alle beschuldigingen. Zijn advocaat, Norbert Wess, noemde de aanklachten “absurd” en verklaarde dat alle transacties rechtmatig waren. Volgens de verdediging verhuisde Benko bovendien eerder dan het Openbaar Ministerie beweert daadwerkelijk in de betreffende woning met zijn gezin.
Proces en mogelijke straf
Benko, 48 jaar oud, verscheen dinsdag in de rechtszaal in een donker pak en rode stropdas — zijn eerste publieke optreden sinds zijn arrestatie. Hij pleitte onschuldig aan twee aanklachten wegens faillissementsgerelateerde fraude en weigerde verder vragen van de rechter te beantwoorden. De rechtbank heeft het proces voorlopig over twee dagen gepland; getuigenverklaringen en mogelijk een eerste uitspraak worden later deze week verwacht.
Bij een veroordeling riskeert hij tot tien jaar gevangenisstraf. Het gaat om de eerste van meerdere zaken die het Openbaar Ministerie tegen hem heeft aangespannen, en bestrijkt slechts een klein deel van de vermoedelijke schade die inmiddels wordt geraamd op zo’n €300 miljoen.
De val van een vastgoedimperium
Het Signa-concern, ooit een toonbeeld van Europese vastgoedambitie, bezat belangen in onder meer het Chrysler Building in New York en warenhuisketen Selfridges in het Verenigd Koninkrijk. Maar toen de rente steeg en de vastgoedmarkt verslechterde, kwamen de torenhoge leningen — samen goed voor meer dan €15 miljard — onder onhoudbare druk te staan. In 2023 volgde het faillissement, het grootste in Oostenrijk sinds de Tweede Wereldoorlog.
De ineenstorting van Signa leidde tot een golf aan internationale onderzoeken naar mogelijke fraude, verduistering en witwaspraktijken. Onder de getroffen partijen bevinden zich grote banken en investeerders zoals Deutsche Bank, Allianz, Julius Baer en Raiffeisen Bank International, die gezamenlijk miljarden aan vorderingen hebben ingediend.
Nieuwe onderzoeken op komst
Terwijl het huidige proces zich beperkt tot Benko’s persoonlijke insolventie, lopen er in de achtergrond breder opgezette onderzoeken naar zijn rol binnen de bedrijfsstructuren van Signa. Daarbij wordt onder meer gekeken naar mogelijke misleiding van werknemers over de waarde van hun aandelen, en een vermeende valse garantie aan een investeerder voor een betaling van €5 miljoen.
Of de recentere aanklachten — waaronder het verbergen van contant geld en luxegoederen — in dit proces worden meegenomen, moet nog worden beslist door het Oberlandesgericht, het Oostenrijkse hof van beroep.