Harland and Wolff, de legendarische scheepswerf in Belfast waar de Titanic werd gebouwd, is zo goed als failliet. Het Noorse moederbedrijf is er niet in geslaagd een koper te vinden. De laatste 130 medewerkers van het bedrijf zijn nu overtallig verklaard. Pogingen om premier Johnson te verleiden de werf te nationaliseren zijn op niets uitgelopen.
Innovatieve scheepsbouwer
Nog altijd domineren de gele kranen van de werf de horizon van de Noord-Ierse hoofdstad maar, de tijden dat Harland and Wolff er als aanjager van de economie fungeerde zijn allang voorbij. In de decennia na zijn oprichting in 1861 gold de onderneming als ‘s werelds meest innovatieve scheepsbouwer. Zo lieten hun ingenieurs de bovendekken niet langer van hout maar van staal maken waardoor scheepsrompen platter en sterker werden. Het aantal werknemers groeide uit tot een legioen van duizenden en de directeuren, Edward James Harland en de in Hamburg geboren Gustav Wilhelm Wolff, behoorden tot de meest gerespecteerde zakenlieden van Belfast.
Nieuwe scheepsklasse
In 1908 begon Harland and Wolff met de constructie van een nieuwe scheepsklasse, de Olympic. Deze geavanceerde vaartuigen moesten de grootste en meest luxueuze passagiersschepen van de wereld worden. De werf liet er drie te water: Olympic, Britannic en Titanic. Het laatste schip kwam op 15 april 1912 tijdens zijn eerste reis naar New York in aanvaring met een ijsberg. Meer dan vijftienhonderd mensen kwamen bij deze schipbreuk om het leven. De dramatische ramp spreekt nog altijd bij velen tot de verbeelding, ook omdat ze symbool staat voor de ondergang van de negentiende eeuw. Twee jaar na het zinken van de Titanic maakte de Eerste Wereldoorlog een eind aan alle illusies over vooruitgang en vrede.
Onzinkbare Titanic
Juist dankzij die wereldoorlogen wist Harland and Wolff te overleven. De discussie die ontstond over de architectuur van de ‘onzinkbare’ Titanic werd vertaald naar aanpassingen voor de volgende reeks schepen die van de dokken gleden, voornamelijk kruisers en fregatten voor de Royal Navy. De opkomst van de passagiersluchtvaart en de concurrentie uit het Verre Oosten dwong het bedrijf in de jaren na 1945 tot een andere koers. Hierbij lag de focus op het ontwerp en de bouw van tankers, de constructie van bruggen en olieplatformen, scheepsreparatie en, in het laatste decennium, op de bouw van windmolens. De gloriejaren keerden echter niet meer terug.
Geen interesse in nationalisatie
In december vorig jaar deed het Noorse moederbedrijf Dolphin Drilling een vergeefse poging de werf te verkopen. Ook de Britse staat bleek niet geïnteresseerd in nationalisatie. ‘Het lot van de werf is een commerciële zaak,’ liet een woordvoerder weten. Gedurende zijn bestaan bouwde Harland and Wolff meer dan zestienhonderd schepen. Na het bankroet zal de tragische legende van de Titanic voortleven, onder meer in het museum in Belfast en straks aan boord van de replica die momenteel in China op ware grootte wordt gebouwd.