Het aantal faillissementen onder Amerikaanse bedrijven is in 2025 fors toegenomen. Met name ondernemingen die sterk afhankelijk zijn van import en internationale toeleveringsketens blijken kwetsbaar nu zij worden geconfronteerd met hardnekkige inflatie, hoge rentelasten en de zwaarste importtarieven in decennia. Volgens nieuwe cijfers nadert het aantal bedrijfsfaillissementen niveaus die sinds de nasleep van de Grote Recessie niet meer zijn gezien.
Uit gegevens van S&P Global Market Intelligence blijkt dat tot en met november minstens 717 bedrijven faillissement hebben aangevraagd. Dat is ongeveer 14 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar en het hoogste aantal sinds 2010. Bedrijven noemen een combinatie van stijgende kosten, afzwakkende vraag en ontwrichtende handelsmaatregelen als belangrijkste oorzaken van hun financiële problemen.
Industriele sector opvallend hard geraakt
Opvallend is dat de sterkste stijging dit jaar zichtbaar is in de industriële sector. Bedrijven in de maakindustrie, bouw en transport blijken bijzonder gevoelig voor het grillige tariefbeleid van president Donald Trump, dat bedoeld was om de binnenlandse productie te stimuleren maar in de praktijk vaak tot hogere kosten heeft geleid. De gevolgen zijn ook zichtbaar op de arbeidsmarkt: in de twaalf maanden tot en met november gingen in de Amerikaanse industrie meer dan 70.000 banen verloren.
Tegelijkertijd blijven ook consumentgerichte bedrijven kwetsbaar, vooral ondernemingen die zogenoemde discretionaire producten verkopen, zoals mode of woninginrichting. Deze sector vormt traditioneel de grootste groep faillissementen en staat opnieuw hoog op de lijst. Dat consumenten juist hier de hand op de knip houden, wordt gezien als een teken dat huishoudens door aanhoudende prijsdruk steeds vaker prioriteit geven aan basisuitgaven.
Bedrijven klem tussen kosten en consument
De faillissementscijfers omvatten zowel Chapter 11-aanvragen, waarbij bedrijven hun schulden herstructureren en doorwerken, als Chapter 7-faillissementen, waarbij de activiteiten volledig worden gestaakt en bezittingen worden verkocht. Economen wijzen erop dat vooral importafhankelijke bedrijven in een lastige spagaat zitten: prijsverhogingen zijn nodig om hogere kosten op te vangen, maar dreigen consumenten verder af te schrikken.
Hoewel de inflatie lager uitvalt dan veel economen hadden verwacht — de prijzen stegen in november met 2,7 procent op jaarbasis — slagen veel bedrijven er niet in om alle extra kosten door te berekenen. Volgens Yale-professor Jeffrey Sonnenfeld leidt dat tot een onvermijdelijke sanering. “Bedrijven zijn zich scherp bewust van de betaalbaarheidscrisis voor de gemiddelde Amerikaan,” stelt hij. “Wie voldoende marktmacht heeft, zal de prijzen uiteindelijk verhogen. Anderen redden het simpelweg niet.”
Ook grote bedrijven struikelen
Naast kleinere spelers nam in de eerste helft van 2025 ook het aantal zogenoemde ‘mega-faillissementen’ toe: bedrijven met meer dan 1 miljard dollar aan activa. Volgens onderzoeksbureau Cornerstone Research waren het er 17 tussen januari en juni, het hoogste aantal in een halfjaar sinds de coronacrisis in 2020. Onder deze grote faillissementen bevonden zich meerdere bedrijven uit de consumentenhoek, waaronder retailers als At Home en Forever 21.
Deze grote ondernemingen wijzen naast hoge inflatie en rente ook op veranderend federaal beleid rond internationale handel en duurzame energie. Dat laatste speelt een belangrijke rol in de industriële sector, waar faillissementen uiteenlopen van traditionele fabrikanten tot transportbedrijven en producenten van hernieuwbare energie.
Zonne-energie en elektrische trucks onder druk
Een sprekend voorbeeld is PosiGen, een in Louisiana gevestigde aanbieder van residentiële zonne-energiesystemen, die in november Chapter 11-bescherming aanvroeg. Het bedrijf stelt dat het afbouwen van belastingvoordelen voor zonne-energie en forse importtarieven op essentiële materialen de sector zwaar treffen. Sinds mei 2025 ligt het effectieve tarief op geïmporteerde zonnecellen en -panelen rond de 20 procent, tegen minder dan 5 procent in eerdere jaren. Volgens berekeningen betalen Amerikaanse importeurs inmiddels bijna 70 miljoen dollar per maand aan invoerheffingen.
Ook de elektrische-voertuigensector ontsnapt niet aan de malaise. Nikola Corp., een fabrikant van elektrische vrachtwagens uit Arizona, vroeg in februari faillissementsbescherming aan nadat een kostbare batterijterugroepactie en een hoge boete van toezichthouder SEC de financiële positie verder ondermijnden.
Vooruitzichten blijven onzeker
Deskundigen waarschuwen dat de combinatie van hoge kosten, beleidswijzigingen en terughoudende consumenten voorlopig nog voor extra druk kan zorgen. Vooral bedrijven met dunne marges en beperkte financiële buffers lopen het risico het niet te redden. Daarmee lijkt 2025 niet alleen een jaar van economische afkoeling, maar ook van een harde herstructurering van het Amerikaanse bedrijfsleven.