Een erkende toeslagenouder met een eigen bedrijf uit Westendorp in Gelderland krijgt geen compensatie van de Belastingdienst voor de schade die zij leed door de toeslagenaffaire. Dit onthulde Trouw vandaag.
Het bedrijf van haar man ging in 2014 failliet door de problemen met de toeslagen, maar de fiscus ziet geen verband tussen de toeslagenschuld en het faillissement. Dit terwijl de Belastingdienst ten tijde van het faillissement wel degelijk een verband zag tussen de persoonlijke toeslagenschulden en het niet meer levensvatbaar zijn van het bezorgbedrijf.
Het gevolg is dat deze toeslagenouder en vele anderen zoals zij geen compensatie ontvangen voor hun gederfde inkomsten. Hierdoor zijn zij vaak veel inkomsten misgelopen, bijvoorbeeld doordat zij hun baan of bedrijf verloren door stress en tijdgebrek. Voor compensatie van dit soort gederfde inkomsten moeten zij een oordeel aanvragen bij de Commissie Werkelijke Schade (CWS).
Gespreksverslag Belastingambtenaren opgevraagd
Echter, ook hier krijgt de toeslagenouder geen gehoor. De CWS weigert al tweemaal uit te betalen met als reden dat het faillissement niet kan worden toegerekend aan de toeslagenaffaire. De toeslagenouder is hiertegen in bezwaar gegaan en heeft het gespreksverslag opgevraagd dat twee Belastingambtenaren opstelden na een huisbezoek in mei 2014. Uit dit gespreksverslag blijkt dat de fiscus destijds wél een verband zag tussen de problemen in het bezorgbedrijf en haar problemen met toeslagen.
De Belastingdienst laat weten niet op individuele gevallen in te mogen gaan. Ondernemers worden wel degelijk geholpen met hun zakelijke schulden, aldus een woordvoerder. Schade die hun onderneming heeft geleden kan gewoon worden meegenomen bij het bepalen van de totale compensatie, legt hij uit. Ook wijst hij op een speciaal team dat sinds maart vorig jaar proactief ondernemers benadert met forse bedrijfsschade. Dit team heeft in totaal zo'n 1000 ondernemers in beeld, waarvan 371 al geholpen zouden zijn met hun zakelijke schulden.
Het ministerie van financiën zegt in gesprek te blijven met het Ouderpanel over dit thema en samen met de adviezen en ideeën van het panel te bekijken wat er nog meer gedaan kan worden voor gedupeerde ouders met een onderneming.