Laten we vooral niet overdrijven in de discussie over de vermeende fiscale voordelen van de zzp’er, stelt onze columnist Robert Jan Blom. Uit zijn onderzoek blijkt dat het financiële bestaan er voor de meeste zelfstandigen allerminst florissant uit ziet.
De schijnkeuze van de zzp’er
Misschien is het iedereen ontgaan maar Nederland telt inmiddels achthonderdduizend zzp’ers. Zzp staat voor ‘zelfstandige zonder personeel’. Eerder deze week hoorde ik op het nieuws dat steeds meer mensen ervoor zouden kiezen om zzp’er te worden. Ik leg even de nadruk op het woord ‘kiezen’. Dit werkwoord wordt hier ten onrechte gebruikt. Immers, wie kiest moet een keuze hebben maar daar is bij veel zzp’ers helemaal geen sprake van. Enkele jaren geleden voerde ik een grootschalig onderzoek uit onder startende ondernemers. Wat bleek? Meer dan de helft van de zzp’er ‘koos’ noodgedwongen voor een werkend bestaan als zelfstandige. Voor velen was het freelancen zelfs de enige uitweg om geld te verdienen. En, deze uitweg bleek voor enkele honderdduizenden een doodlopende weg te zijn.
Directeur spelen in een bovenwoninkje
Het lijkt zo mooi, ondernemer worden. Je maakt een ondernemersplan, laat je inschrijven in het Handelsregister van de KvK en je vogelt snel een imposant visitekaartje in elkaar met ‘directeur’ onder je naam. Tjonge, wat zal je vriend(in) trots op je zijn en niet te vergeten, je ouders: hún kind heeft het toch maar geschopt tot directeur... ‘Directeur’ van wát? Voor talloze self-made directeuren is elke werkdag een lijdensweg die wordt bepaald door het zoeken naar klanten en het vergeefs wachten op een minikredietje van de bank. En ondertussen maar hopen dat je niet ziek wordt want voor de broodnodige verzekeringen zitten er niet genoeg centen in het laatje - voor een pensioenverzekering is al helemaal geen geld. Talloze zzp’ers blijken nog net de huur van hun bovenwoninkje te kunnen betalen, verder houden ze nog wat over voor de boodschappen en een incidenteel uitje met de kinderen. Aan het einde van elke maand moeten zij tot de slotsom komen dat ze voor bijna niets hebben gewerkt, en dat nog wel als ‘directeur’.
Minimumlijders
Eindelijk komen ook analisten op het ministerie van Financiën tot het inzicht dat het zo geprezen legioen zzp’ers, de gangmakers van economie immers, voor een groot deel uit allerminst benijdenswaardige minimumlijders bestaat. Wanneer zij op zoek gaan naar de herkomst van dit legioen, mogen de analisten een spiegel voor hun neus zetten. Jaar in jaar uit verspreidt de overheid de boodschap: ‘Begin voor jezelf! Wordt zzp’er!’ Goed, misschien werden deze campagnes ook ingegeven door het feit dat uit kleine initiatieven succesvolle bedrijven kunnen ontstaan maar, het boekhoudkundige benul dat zzp’ers de staat een sloot geld besparen zal bij de beleidsmakers niet hebben ontbroken. Een zzp’er verkeert in de merkwaardige, en welbeschouwd onrechtvaardige omstandigheid dat hij wél premies moet betalen voor de volksverzekeringen maar er slechts ten dele recht op heeft. De zzp’er ontvangt bijvoorbeeld geen ww-uitkering: wie stopt als ‘directeur’ krijgt hooguit een bijstandsuitkering, op voorwaarde dat er dagelijks een sollicitatiebrief de deur uitgaat. Met bijna een miljoen zzp’ers niet bij het UWV kunnen aankloppen als zij zonder werk komen te zitten, scheelt dat de overheid een paar fikse slokken op een borrel.
Hangen en wurgen
Ik noem een paar gegevens uit mijn onderzoek. 53 procent van de zzp’ers is tussen de 22 en de 35 jaar wanneer zij beginnen als zelfstandige. 71 procent is tussen de 22 en de 40 jaar wanneer hun bedrijfje failliet gaat. In de helft van de gevallen kent het bedrijf een levensduur van enkele maanden tot vier jaar. Conclusie? Slechts twintig procent van de zzp’ers boekt redelijk succes met zijn activiteiten, succes in de zin dat zij van hun bedrijfje kunnen bestaan. Voor de rest is het ‘hangen en wurgen’. Onze overheid heeft moedwillig een generatie ‘arme ondernemers’ gekweekt, zzp’ers die na een in financieel opzicht miezerige loopbaan hun leven moeten eindigen met een AOW’tje – als die voorziening over tien of twintig jaar nog bestaat. De beste kansen zijn weggelegd voor zzp’ers die voedselbanken opstarten want straks hebben we duizenden extra voedselbanken nodig. Om al die ZZT-directeuren (Zelfstandige Zonder Toekomst) te voeden...
Robert Jan Blom