Het Openbaar Ministerie verdenkt transportbedrijf Rynart uit Zevenbergen van fraude. Rynart ging in 2007 failliet na grote investeringen in Hongarije. De Rabobank, die bijna negentig miljoen euro van Rynart eist, huurde daarna een prive-detective in. Diens verslag heeft er mede toe geleid dat de curator en andere betrokkenen aangifte hebben gedaan bij het Openbaar Ministerie. Het OM heeft inmiddels vervolging ingesteld.
Curator Bart Prinsen wil niet veel over de zaak kwijt zolang de Rabobank geen openheid van zaken geeft. ‘Er zijn grote belangen mee gemoeid. Andere mensen lezen ook wat u schrijft’, zegt hij. De kans bestaat volgens hem dat er bewijsmateriaal wordt verdonkeremaand. Voordat hij meer informatie geeft, wil hij eerst via mail weten of de man die hij aan de telefoon heeft ook diegene is voor wie deze zich voordoet. ‘Ik wil u graag helpen, maar vanwege de uitzonderlijke situatie kan dat niet. Het gaat om enorme bedragen.’
Het strafrechtelijk onderzoek heeft vier rechtspersonen in het vizier en acht natuurlijke personen, onder wie voormalig directeur Franck Rynart. Zij worden verdacht van valsheid in geschrifte en balansfraude. In de jaren vóór het faillissement zou de omzet van Rynart op papier zijn opgekrikt om extra geld te kunnen lenen. Volgens geanonimiseerde documenten van het Openbaar Ministerie, waaruit duidelijk blijkt dat het om Rynart gaat, zijn valse verkoopfacturen, debiteurenadministratie en consolidatiestaten opgemaakt. De zaak kwam aan het rollen toen stukken uit de boekhouding van Rynart in een vuilcontainer werden gevonden. De Fiod blijkt al in 2008 met het onderzoek begonnen te zijn. De acht natuurlijke personen zijn allemaal verhoord. Het openbaar ministerie schat de totale schade op 125 miljoen euro.
Rynart begon al in 1993 in Hongarije. Behalve voor transport zorgde het bedrijf ook voor opslag, etikettering tot zelfs schappen vullen bij de klanten. Grote multinationals als Nike, Unilever, Danone, Douwe Egberts en het Britse supermarktconcern Tesco maakten daar dankbaar gebruik van. De opening van een nieuwe Hongaarse vestiging in 2003 werd groots gevierd. Zelfs toenmalig minister-president Balkenende kwam even op bezoek. Rynart vierde triomfen, maarvolgens insiders groeide het directeur Franck Rynart allemaal boven het hoofd. Eerst ging het Hongaarse bedrijf failliet, en snel daarna volgde het Nederlandse moederbedrijf. Op de vraag of de oude klanten van Rynart ook tot de schuldeisers behoren, antwoordt Prinsen: ‘Dat zou zomaar kunnen.’
Ex-directeur Franck Rynart zelf is inmiddels weer opnieuw begonnen. Zijn nieuwe bedrijf, dat gevestigd is in Antwerpen, heet Tranyr, een omkering van de naam Rynart. Volgens de website heeft het vestigingen in België, Nederland, Luxemburg, Hongarije, Roemenië en Turkije. Rynart zelf was niet voor commentaar bereikbaar.