Voor veel Nederlanders is iRobot vooral het bedrijf achter de Roomba, de populaire robotstofzuiger die sinds begin jaren 2000 in talloze huishoudens rondreed en vaak als eerste kennismaking met robotica in huis fungeerde. Juist dat bekende merk staat nu op de rand van een faillissement. In een melding aan de Amerikaanse beurswaakhond SEC maakte iRobot bekend dat een Chinese onderneming zijn schulden heeft overgenomen en dat het nog altijd naar een uitweg zoekt om een bankroet af te wenden.
Fabrikant wordt grootste schuldeiser
De schuld is in handen gekomen van Santrum Hong Kong, een dochterbedrijf van het Shenzhen-gebaseerde Picea Robotics. Het gaat om een kredietovereenkomst ter waarde van ruim 190 miljoen dollar. Tegelijkertijd blijkt dat iRobot al meer dan 161 miljoen dollar aan onbetaalde rekeningen heeft openstaan bij diezelfde fabrikant, waarvan een aanzienlijk deel al maanden had moeten zijn voldaan. De situatie komt erop neer dat de maker van de Roomba zijn eigen producent niet meer kan betalen en dat Picea nu in feite zowel toeleverancier als belangrijkste schuldeiser is. De totale schuldenlast van iRobot loopt inmiddels op tot ruim 350 miljoen dollar, een gewicht dat het steeds moeilijker kan dragen.
Jaren van tegenwind
De financiële problemen komen niet uit de lucht vallen. Sinds de verkoop van zijn defensiedivisie in 2016 verloor iRobot een belangrijke inkomstenbron en werd het steeds afhankelijker van zijn huishoudrobots. In de jaren daarna groeiden zorgen over de privacy rond de kaarten die Roomba’s van huizen maken, terwijl de markt zelf onder druk kwam te staan door goedkopere Chinese concurrenten en technologisch sterke rivalen zoals Dyson. Ook een lang vertraagde stap richting robotmaaiers verzwakte de positie van het bedrijf, omdat andere merken dat segment al hadden veroverd.
Amazon-deal spat uiteen
De mislukte overname door Amazon, die aanvankelijk 1,7 miljard dollar wilde betalen, verergerde de onzekerheid. De deal liep stuk op Amerikaanse en later Europese mededingingsbezwaren, waarna de beurskoers wegzakte en medeoprichter Colin Angle opstapte. Zijn opvolger Gary Cohen erfde een onderneming die kampte met teruglopende vraag, inflatiedruk en meerdere ontslagrondes waardoor de wereldwijde werkvloer binnen enkele jaren bijna werd gehalveerd.
Steeds minder toekomstperspectief
In 2025 werd de situatie nijpender. De omzet daalde in het tweede kwartaal met ruim 23%, terwijl de kasreserves slonken tot slechts een paar tiental miljoenen. iRobot waarschuwde bovendien dat het geen toegang meer had tot extra kapitaal en dat het op zoek was naar een koper of strategische partner. Toen een potentiële overnamekandidaat zich in oktober plots terugtrok omdat de geboden prijs lager was dan de beurskoers van de maanden ervoor, reageerden beleggers teleurgesteld en zakte de waarde van het aandeel verder. Het bedrijf besloot daarop geen tussentijdse updates meer te geven, uit angst dat elke nieuwe mededeling de koers nog verder omlaag zou duwen.
Deadline nadert
Volgens de nieuwe kredietvoorwaarden heeft iRobot tot 15 januari 2026 om gecontroleerde jaarcijfers te overleggen en voldoende activa aan te houden. Die afspraak verschuift een rentebetaling van meer dan vijf miljoen dollar tijdelijk naar achteren, maar vormt vooral een laatste kans om orde op zaken te stellen. Mocht iRobot deze voorwaarden niet halen en mocht Picea besluiten de tijdelijke vrijstelling niet te verlengen, dan kan de Chinese fabrikant de activa in beslag nemen. In dat geval lijkt een faillissement onvermijdelijk, en zouden zowel aandeelhouders als schuldeisers vrijwel zeker met lege handen achterblijven.