Het Limburgse melkveebedrijf Vreba Melkvee in Vredepeel, met meer dan tweeduizend koeien een van de grootste van Nederland, is dinsdag failliet verklaard door de rechtbank in Roermond. Het faillissement werd aangevraagd door schuldeisers. Ook de aanverwante ondernemingen Farmer House Products en Vreba Genetics, beide gevestigd op hetzelfde adres, zijn meegesleurd in het bankroet. In totaal verliezen vijftien medewerkers hun baan.
Ambities en tegenslagen
Vreba Melkvee beschikte over een eigen fabriek waarin melk werd verwerkt tot onder meer lactoferrine en room. Daarmee wilde het bedrijf zich onderscheiden in de zuivelmarkt. Er lagen bovendien plannen om klimaatneutraal, zelfs CO2-negatief, te gaan produceren door eigen voer te telen en extra CO2 vast te leggen. Toch bleek de financiële druk te groot.
Eigenaar René van Bakel liet aan De Limburger weten nog geen duidelijkheid te hebben: “We hebben het in de krant moeten lezen. Eerst proberen we de stukken te krijgen.”
Strijd om vergunningen
De onderneming haalde de afgelopen jaren regelmatig het nieuws door conflicten met de overheid. Zo bouwde Vreba zonder vergunning grote silo’s voor de opslag van voer en mest. De gemeente Venray legde aanvankelijk een dwangsom op, maar verleende later alsnog een vergunning. Ook een illegaal opgerichte melkfabriek kreeg achteraf groen licht van de provincie, die oordeelde dat het ging om bewerken van melk en niet om industriële verwerking.
Schaduw uit het verleden
De naam Vreba is niet nieuw in de landbouwsector. Al in 2010 kwam de familie Van Bakel negatief in beeld door het migratiebemiddelingsbureau Vreba-Hoff, dat Nederlandse boeren verleidde tot emigratie naar de Verenigde Staten met beloften van extreem hoge rendementen. Voor tientallen veehouders eindigde dit avontuur in financiële ellende en faillissement.
Internationale tak
Naast de Nederlandse vestiging runt Vreba ook een bedrijf in Duitsland. In 2022 werd daar een melkveebedrijf overgenomen met 1.200 koeien en 745 hectare landbouwgrond. Wat de gevolgen van het faillissement in Nederland zijn voor deze Duitse activiteiten, is nog onduidelijk.