In juli 2025 zijn in Nederland, gecorrigeerd voor zittingsdagen, 299 bedrijven failliet verklaard. Dat is 27 procent minder dan in juli 2024, toen het er nog 408 waren. Ook vergeleken met juni dit jaar daalde het aantal faillissementen licht, met zo’n 4 procent.
Daling zichtbaar in faillissementsgraad
De zogenoemde faillissementsgraad – het aantal faillissementen per 100 duizend bedrijven – kwam in juli uit op 8,1. Een jaar eerder lag dat cijfer nog op 11,3. Daarmee zet de daling door die in het voorjaar inzette, na een periode waarin de faillissementsgraad sinds 2021 weer langzaam opliep. Ter vergelijking: het hoogterecord werd behaald in maart 2015 met 24,8, terwijl augustus 2021 het laagterecord van 3,4 noteerde.
Uit de lange reeks cijfers blijkt dat het huidige niveau relatief laag is. Zo lag het aantal faillissementen in juli 2021 nog op 125 (eenmanszaken plus bedrijven), in juli 2023 op 254, en in juli 2024 op 408. De 299 van afgelopen maand markeren dus een duidelijke terugval.
Horeca blijft koploper in faillissementen
Ondanks de algemene daling blijft de horeca de sector met veruit de hoogste faillissementsgraad: in juli 2025 gingen per 100 duizend horecabedrijven 35,1 ondernemingen op de fles. Dat is wel fors lager dan de 58,1 van een jaar eerder. Ook in vervoer en opslag (31,3) en industrie (28,4) lag het relatieve aantal faillissementen hoog.
Andere sectoren lieten eveneens dalingen zien. In de handel halveerde de faillissementsgraad bijna, van 30,2 naar 15,7. De bouw ging van 17,6 naar 14,0, terwijl in informatie en communicatie een lichte daling werd gemeten van 15,6 naar 14,6. Opvallend is dat in cultuur, sport en recreatie de faillissementsgraad juist steeg, van 2,4 naar 3,8.
Verschillen tussen sectoren blijven groot
Volgens het CBS geeft de faillissementsgraad een zuiverder beeld dan alleen absolute aantallen, omdat het rekening houdt met het totaal aantal bedrijven per sector. Hierdoor worden verschillen beter zichtbaar: zo zijn faillissementen in de horeca veel vaker voorkomend dan in bijvoorbeeld de landbouw en visserij (3,5) of overige dienstverlening (1,2).