In de afgelopen zeven jaar zijn er in Nederland duizend schoenenwinkels verdwenen. In 2012 waren er nog 3470 vestigingen, in augustus 2019 waren er nog 2450 over. Dit blijkt uit een rapport over de retailbranche dat ABN Amro juist heeft gepubliceerd.
Branchevreemde partijen hebben de schoen ontdekt
De bank noemt verschillende oorzaken voor de slijtageslag die in de schoenenbranche plaatsvindt. Zo kopen consumenten hun schoenen steeds vaker via internet. Het online aandeel in de totale schoenenverkoop steeds tussen 2016 en 2018 van 21 naar 26 procent. Daarnaast hebben branchevreemde partijen de schoen ontdekt, zoals de kledingwinkels Primark, ZARA en H&M. De schoenen die zij aanbieden zijn vaak laag geprijsd. Bij H&M Nederland vertegenwoordigen schoenen al negen procent van de totale omzet.
Shop-in-shops
ABN Amro stelt dat de schoenenbranche kan leren van deze ontwikkeling door in kledingwinkels shop-in-shops te creëren. Ook de almaar stijgende online verkoop moet niet als een bedreiging maar als een uitdaging worden opgevat, meent de bank. Eerder onderzoek maakte duidelijk dat de zich op schoenen oriënterende consument behoefte heeft aan meer informatie en kennis. Daar kan de gespecialiseerde schoenenwinkel op inspelen. ‘Het is belangrijk voor schoenenretailers om de klant beter te leren kennen. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van apps die de schoenmaat van consumenten meet,’ aldus ABN Amro.
Prijzen op het laagste niveau sinds 2005
De teruggang treft de gehele schoenenbranche, zowel particuliere winkels als ketens. De afgelopen jaren gingen onder meer de ketens Taft, Dungelmann, Leemans, Shabbies en Fred de la Bretonière failliet. Sommigen, zoals Shabbies en Fred de la Bretonière, wisten een doorstart te maken. De malaise in de schoenenwinkels is niet aan de prijzen te wijten. In 2018 lagen de gemiddelde verkoopprijzen van schoenen op het laagste niveau sinds 2005. Het algemene prijspeil steeg in deze periode met 22 procent. Het rapport is mede gebaseerd op gegevens van het CBS, retailonderzoeksbureau Locatus, GfK en Euromonitor.