Anders dan menigeen denkt bestaat de gemiddelde daklozenpopulatie niet uit louter ongeschoolden. Er liggen zelfs doctorandussen onder een stuk karton te slapen. Hoe kan dat, vraagt onze columnist Robert Jan Blom zich af. Juist van hoogopgeleiden mag je verwachten dat zichzelf voor enkeltje richting ravijn weten te behoeden? Of is er meer aan de hand?
Roekeloos beleggingsclubje
Afgelopen week werd ik getroffen door een artikel in de Volkskrant over hoogopgeleide personen die ‘zomaar’ dakloos werden. Dat ‘zomaar’ moest met een flinke korrel zout worden genomen, constateerde ik al gauw. Eén van de geportretteerde daklozen verspeelde zijn vermogen door aan een net te roekeloos beleggingsclubje deel te nemen. Een tweede bleef apathisch op de bank liggen nadat haar huis was uitgebrand. En de derde, een zzp’er, hield te lang vast aan zijn dure huurappartement terwijl zijn verdiensten waren ingezakt. Het onvermijdelijke gevolg: ze belandden in de goot – en dan bedoel ik geen opklapbed bij vrienden of de rommelzolder van het ouderlijk huis maar de diepe, vieze, uitgesleten goot – de straat. Ze werden dakloos en wisten niet meer waar ze ’s avonds konden eten of slapen.
Voormalige VN-militair
Het was een aangrijpend verhaal. Toch hoef ik de krant niet open te slaan om dit soort situaties te aanschouwen. Ook in mijn directe omgeving zwerven daklozen rond. Een van hen is een voormalig VN-militair. Nadat zijn moeder door geweld om het leven kwam, is hij aan de drugs geraakt. Onlangs is hij zijn flat uitgezet, nu slaapt hij in trappenhuizen. In mijn wijk scharrelen zelfs twee gezinnen rond. Ze zijn hun koophuizen uitgezet omdat ze de hypotheeklasten niet meer konden opbrengen. Ze zouden het wel redden, dachten ze. Met een beetje overwerk, een kleine bijdrage van de inwonende kinderen. Niet dus.
Arme drommels
Telkens wanneer ik in het echte leven of via de media met daklozen wordt geconfronteerd, vraag me af: hadden deze arme drommels zich dit lot niet kunnen besparen? Hoe is het mogelijk dat ze niet hebben zien aankomen dat hun inkomen tekortschoot? Wisten ze niet dat de deurwaarder op een dag voor je deur staat wanneer je besluit geen blauwe enveloppen meer te openen? Juist van hoogopgeleiden mag je toch verwachten dat zij zichzelf behoeden voor een enkeltje richting het financiële ravijn? Onder verwijzing naar loketten, sociale pleinen en 0900-nummers zullen de verantwoordelijke wethouders zeggen: ‘Maar we dóen al zoveel we als we kunnen’. Ik twijfel niet aan hun intenties; ik vraag me wel af of er niet een tandje bijgeschakeld kan worden, wat zeg ik, een heel tandwiel, een complete versnellingsbak!
Samenspannende omstandigheden
In de krant, in tv-documentaires, in je eigen omgeving – overal kun je met eigen ogen zien hoe geniepig de omstandigheden kunnen samenspannen zodat zelfs de grootste intellectueel huis en haard moet verlaten. Een gescheiden vader die zichzelf stuk procedeert omdat hij zijn kinderen per se wil zien. Een weduwe die aan een gokkast verslaafd raakt. Ga zo maar door. Weten zij allemaal de naar weg naar hulp te vinden? Welnee, in vrijwel elke gemeente hebben duizenden inwoners geen idee wat de gemeente voor hen kan doen. Het is de hoogste tijd dat daar verandering in komt. Kom achter die bureaus vandaan, beste ambtenaren en vrijwilligers, ga de lanen op, de parken in, kijk onder viaducten en grote stukken karton, bezoek het Leger des Heils en de nachtopvang. Niet omdat kerst nadert maar omdat mensen het soms gewoon helemaal kwijt kunnen zijn.
Robert Jan Blom