De miljardenovername van het Eindhovense NXP leidt tot voorspelbare polderrituelen. De trots over de Brabantse innovatiekracht wordt overschaduwd door woede over de aandelenbonus die de Amerikaanse topman op kan strijken. Deze Rick Clemmer, de ceo die NXP uit het financiële moeras sleurde, wordt met pek en veren besmeurd. Volkomen onterecht, meent onze columnist Robert Jan Blom die B&W van Eindhoven oproept een standbeeld voor Clemmer op te richten.
Wrang
De meeste ouders glimmen van tevredenheid wanneer hun kinderen goed presteren. Ook wanneer het kroost hun eigen prestaties overtreft, heffen zij fier het glas op de evolutie van hun eigen genen. De champagen krijgt alleen een zurige afdronk als de zelfstandige dochters vader overvleugelen ja, degraderen tot een dwerg. Zeker, met een beurswaarde van 26 miljard euro is Philips nog altijd een grote, gerespecteerde speler in de internationale licht- en elektronicamarkt. Maar de dochters die vadertje Philips in de loop der tijd heeft laten gaan, zeg maar afgestoten, zijn bijna vier keer zoveel waard. Ga maar na. ASML heeft een beurswaarde van meer dan veertig miljard, Polygram werd in 1998 verkocht voor tien miljard en sinds de overname van eind oktober weten we dat chipmaker NXP een slordige 43 miljard waard is. Philips, dat het bedrijf in fases verkocht, kreeg er in totaal ruim zeven miljard voor.
Kiezels
In een interview verklaarde Philips-topman Frans van Houten, van 2006 tot 2009 zelf bestuursvoorzitter van het bedrijf, trots te zijn op NXP. Heel nobel en buitengewoon sportief opgemerkt maar de kiezels knarsten hoorbaar tussen Frans’ tanden. ‘Als hadden geweest is, is hebben te laat,’ zei mijn grootmoeder altijd, wijze woorden die Van Houten niet meer dan een schrale troost bieden. Philips wordt geen stuiver wijzer van de verkoop van NXP aan Qualcomm. Toch moet de ceo nog wel even op zijn achterhoofd hebben gekrabd toen hij het historische hoge overnamebod van de Amerikanen vernam, wat heet, misschien moest hij zich wel even aan zijn stoel vasthouden. Heeft hij de potentie niet onderkend? Heeft hij in retrospectief gefaald waar zijn opvolger, Rick Clemmer, met vlag en wimpel is geslaagd? En hoe is het mogelijk dat Clemmer er vandoor gaat met een bonus van 428 miljoen dollar?
Buitenproportioneel extraatje
Op de laatste vraag is eenvoudig antwoord te geven. Vakbonden en politici kunnen briesen wat ze willen over dit buitenproportionele extraatje, omdat NXP niet aan de Amsterdamse maar aan de New Yorkse beurs is genoteerd zijn er geen rechtsgronden om de bonus te beperken. En, eerlijk is eerlijk, Clemmer verdient ook wel een douceurtje. Sinds de verzelfstandiging in 2006 bleef het voormalige Philips Semiconductors jarenlang een zorgenkind: de schuldenlast was nagenoeg gelijk aan de omzet van iets meer dan vier miljard. Toen NXP in 2010 naar de Nasdaq werd gebracht, reageerden beleggers teleurstellend. Ze hadden maar bar weinig vertrouwen in een onderneming die nog nooit winst had geboekt: het aandeel sloot met moeite op de uitgiftekoers van veertien dollar. De koers zou met meer dan honderd procent moesten stijgen, tot 29 dollar, voordat het management zijn opties kon verzilveren. Het leek een onhaalbaar scenario.
Strategie
Vorige week sloot NXP op een koers van 98,70 dollar, tien procent onder het overnamebod van 110 dollar per aandeel. Wat is er in die zes jaar gebeurd? Welk wonder heeft zich voltrokken? Het voert te ver om precies uit de doeken te doen welke strategie Clemmer heeft uitgestippeld om dit ongekende succes te realiseren, bovendien ontbreekt het mij daarvoor aan kennis. Van wat ik erover hoor en lees, begrijp ik dat de Texaan, die naar eigen zeggen met een chip in de mond is geboren, heeft gehamerd op een beter begrip van de markt:
‘We need to understand the business better,’ luidde zijn adagium. Met uitgekiende overnames en een beleid dat zich onder meer specifiek richt op de productie van chips voor de auto-industrie, is hij erin geslaagd NXP tot grote hoogte te stuwen. En, heel eigentijds, hij liet zijn mensen delen in de groei: medewerkers die er interesse in hadden, konden participeren in een aandelenkoopplan. Ook zij zijn nu spekkoper: maar liefst een kwart van het personeel – bij NXP werken 44.000 mensen – kan na de overname gemiddeld per persoon 77.500 dollar tegemoet zien, zo rekende het
FD uit. Zonder twijfel hebben ze er met z’n allen hard voor gewerkt, Clemmer voorop. Graaier? Deze topman verdient een standbeeld.
Robert Jan Blom