Ongeveer een kwart van alle faillissementen is het gevolg van mismanagement. Hoe kan dat? En waarom slagen ondernemers er maar al te vaak in hun persoonlijke aansprakelijkheid te ontlopen?
De ondergang van Innoconcepts
Vorige week was het weer eens zover: de directieleden van een groot bedrijf werden persoonlijk aansprakelijk gesteld door de curator. Uitgebreid verhaalden de kranten over de glorieuze opkomst en tragische ondergang van het Eindhovense Innoconcepts, een onderneming die beleggers beloofde ideeën van uitvinders te vermarkten maar uiteindelijk bleek uit te blinken in een vondst die al zo oud is als Methusalem: schulden maken. Na vier jaar onderzoek – Innoconcepts ging al in december 2010 failliet – kwam de wakkere curator Louis Deterink tot de slotsom dat de schuld ruim € 63 miljoen bedraagt. Hij kondigde aan de voormalige managers en commissarissen aansprakelijk te stellen voor het boedeltekort. Mogelijk draaien zij zelfs de gevangenis in.
Boekhoudregels stelselmatig aan laars gelapt
Hoewel Deterink een onthutsend rapport schreef – hij noteerde droog dat de boekhoudregels ‘stelselmatig aan de laars werden gelapt’ – bekroop mij het gevoel dat ik door een oud verhaal heen bladerde. Tientallen jaren lang heb ik zelf onderzoek gedaan naar faillissementen die ontstonden als gevolg van wanbeleid. En daarbij moest ik vaak tegen de stroom in roeien omdat de heersende communis opinio bepaalde dat faillissementen het gevolg waren van een economische dip, van tegenvallende bedrijfsresultaten en plotseling torenhoog uitpakkende belastingaanslagen. Het idee dat mismanagement ook een rol zou kunnen spelen, of zelfs de hoofdoorzaak van het bankroet zou kunnen zijn, werd lange tijd maar nauwelijks geaccepteerd.
Relevante opleiding voor ondernemers
Tot ver in de jaren zeventig was het ondernemerschap een vak met aanzien. In vele tientallen sectoren gold dat je pas een bedrijf mocht starten als je een relevante opleiding achter de rug had. De uit 1954 daterende Vestigingswet waakte over een goede bedrijfsuitoefening door scherpe eisen te stellen aan zaken als handelskennis en vakbekwaamheid. Beginnende ondernemers dienden minimaal over een Middenstandsdiploma te beschikken, per branche golden vervolgens aanvullende regels. In vergelijking met andere Europese landen hanteerde ons land zelfs de strengste normen voor nieuwelingen die tot de markt wilden toetreden. Vanaf 1993 begon de overheid deze beschermingswal af te breken. Om de marktwerking en (allochtoon) ondernemerschap te bevorderen, werd zelfs het Middenstandsdiploma afgeschaft. Ja, tegenwoordig kan iedereen een bord met het opschrift ‘ondernemer’ op zijn voorgevel spijkeren. Zijn we niet doorgeschoten met deze deregulering? Ik denk van wel. Ondanks mijn liberale hart pleit ik voor herinvoering van opleidingseisen aan de ondernemer. Zoals het nu gaat, kán het niet verder.
Een kwart van alle faillissementen ontstaat door wanbeleid
Alleen de grote miskleunen komen in de krant maar, vergis u niet. Vrijwel dagelijks moeten curatoren vaststellen dat vele faillissementen die zij onder ogen krijgen het gevolg zijn van mismanagent. Studies laten zien dat aan circa een kwart van alle faillissementen wanbeleid ten grondslag ligt. Sommige besturen van bedrijven worden persoonlijk aansprakelijk gesteld: zij draaien voor de schade op en gaan af en toe de bak in. In geval directie en commissarissen niet in staat zijn de schade terug te betalen, kunnen zij persoonlijk failliet worden verklaard. Als dit gebeurt, betreft het doorgaans grote bedrijven. Weliswaar komen curatoren ook bij faillissementen van kleine ondernemers vaak tot de slotsom dat er sprake was van mismanagement maar, omdat er bij deze kruimelaars meestal geen stuiver te halen valt, laten ze het er maar bij zitten.
Aansprakelijk voor wanbeleid
Wanneer kan een ondernemer aansprakelijk worden gesteld? Sneller dan u wellicht denkt. Zo kan te goed van vertrouwen zijn al een aansprakelijkstelling opleveren, bijvoorbeeld wanneer u goederen bent blijven leveren aan klanten die u op hun blauwe ogen geloofde. Als u verzuimde hun kredietwaardigheid te controleren terwijl er gerede twijfels bestonden over hun betaalvermogen, is er sprake van wanbeleid ten aanzien van debiteuren. Natuurlijk kan er veel meer aan de hand zijn. Het met de Franse slag voeren van administratie, het niet deponeren van de jaarrekeningen, het afzien van het reserveren van belastingafdrachten: het kunnen stuk voor stuk redenen zijn waardoor u van wanbeleid wordt beticht.
Bescherming via rechtspersoon
Drijft u een eenmanszaak, dan bent u sowieso persoonlijk aansprakelijk. Bestuurders van een BV of een NB wanen zich vaak nog veilig maar de bescherming die een rechtspersoon biedt is uiterst betrekkelijk geworden. Sinds in 1987 de WBF, de Wet Bestuurdersaansprakelijkheid in geval van Faillissement, is ingevoerd, kunnen ook de directeuren van een BV of een NV wegens onbehoorlijk bestuur persoonlijk op hun vestje worden gespuugd. In beginsel heeft het dus geen zin meer om een BV op te richten om daarmee aansprakelijkheid te voorkomen. Toch wijst de praktijk uit dat de huidige regelgeving onvoldoende is. Zowel bij grote als kleine bedrijven hebben amateurondernemers nog alle gelegenheid maar wat aan te rommelen of, erger nog, de boel te bedriegen of spullen te verduisteren. En maar al te vaak rotzooit de huisaccountant gezellig mee. Over Deloitte, dat de losjes in elkaar geflanste jaarverslagen van Innoconcepts goedkeurde, schreef curator Deterink: ‘De diepgang van de controle en de professioneel kritische opstelling van de accountant zijn tekort geschoten.’ U herinnert zich vast dat het de zoveelste keer is dat Deloitte blind zijn handtekening zet onder een boekhouding waarmee overduidelijk is geknoeid.
Harder optreden
Of het nu zzp’ers zijn, BV’s of NV’s met tienduizenden medewerkers: laat de overheid nu eens harder optreden tegen ondernemers (inclusief accountants) die er met de pet naar gooien. Veel mensen worden immers wél direct aangepakt wanneer zij een fout maken tijdens hun beroepsuitoefening. De automonteur om de hoek? Als hij een verkeerde bougie plaatst, gaat u bij hem verhaal halen. De ober die een verkeerde bestelling op uw tafel zet of uw reservering vergeet? De kapper van uw vrouw die zich vergist in de tint van de haarkleuring? Het zijn alledaagse voorbeelden van een mechanisme dat niet alleen door de ondernemers waar u vaste klant bent maar door alle bedrijven zou moeten worden toegepast. Waarom worden ondernemers vaak vrijgesteld van vervolging terwijl het evident is dat zij zich te buiten zijn gegaan aan een foutenfestival?
Robert Jan Blom