Het Oostenrijkse skigebied Schetteregg gelegen in het gezinsvriendelijke Bregenzerwald, staat op het randje van de afgrond. Ondanks een winterseizoen met goed bezette skiliften en levendige pistes, zijn de financiële cijfers alarmerend negatief. De inkomsten uit de afgelopen winter voldeden niet aan de verwachtingen – een harde klap voor een gebied dat al langere tijd met financiële onzekerheid kampt.
De rekensom is pijnlijk eenvoudig: om break-even te draaien had Schetteregg minimaal 90 skidagen nodig, maar het bleven er slechts 40. Die tegenvaller betekent dat er zelfs geen geld meer is voor noodzakelijk zomeronderhoud aan de liften en infrastructuur.
Alarmbellen bij de gemeente Egg
Volgens de Egger burgemeester Marc Meusburger is de situatie “ernstiger dan ooit.” Hij benadrukt dat zelfs basisonderhoud deze zomer niet meer bekostigd kan worden. Tijdens een aandeelhoudersvergadering afgelopen weekend werd het tekort onverbloemd zichtbaar. “Zonder een investeerder met een sterk plan is een faillissementsaanvraag onvermijdelijk,” aldus Meusburger. De gemeente Egg ziet echter geen ruimte meer om met publieke middelen bij te springen.
Pogingen tot redding stranden
De financiële malaise is geen nieuw fenomeen voor Schetteregg. Al in het winterseizoen 2024/25 moest het gebied voortbestaan dankzij een noodkrediet van de huisbank. Een eerdere poging tot kapitaalinjectie in december liep stuk toen de vereiste 75-procentmeerderheid tijdens een aandeelhoudersvergadering uitbleef. Een alternatieve investeerdersgroep kon het vertrouwen niet winnen, en hoofdinvesteerder Jürgen Sutterlüty trok zich vroegtijdig terug.
Voormalig burgemeester Paul Sutterlüty, die jarenlang nauw betrokken was bij het gebied, wijst op de verouderde structuur van de liftmaatschappij. Die zou kapitaalverhogingen en organisatorische vernieuwingen ernstig belemmeren, waardoor zelfs geïnteresseerde investeerders afhaken.
Charme versus levensvatbaarheid
Schetteregg is geliefd onder families en rustzoekers. In het zogenoemde “Schettiland” kunnen kinderen spelenderwijs leren skiën, terwijl gevorderden zich kunnen uitleven op hogere pistes. Toch blijkt dit unieke karakter geen garantie voor economische duurzaamheid. Zonder fundamentele hervormingen lijkt het karaktervolle gebied ten onder te gaan aan zijn eigen charme – en aan een gebrek aan bedrijfsmatige slagkracht.