‘Schokkend. Niet te geloven. Ik heb hier geen woorden voor.’ Onder mkb’ers is onrust uitgebroken over een advies van topambtenaren van minister Kaag. In een beslisnota schrijven ze dat er ‘geen economische redenen zijn’ om het energie-intensieve mkb financieel te steunen. Het faillietgaan van de bakker, de slager en de snackbar zou ‘geen maatschappelijk ontwrichtende werking’ hebben.
Mkb’ers woedend over advies topambtenaren Kaag
‘Ze moeten zich schamen! Je hele levenswerk buiten je eigen schuld om verwoest en de komende jaren op een houtje bijten als “beloning“. Kaag zelf is ook niet bepaald onmisbaar voor de samenleving. Laat haar dus ook gewoon vertrekken naar een hele verre bestemming! Kleine ondernemers houden onze samenleving juist leefbaar! Advies van TOPAMBTENAREN van achter ‘n bureau. Nog nooit in de maatschappij geweest, zeker?’ In het kolkende riool van de sociale media een paar woedende commentaren over Sigrid Kaag opvissen, is niet al te moeilijk. De minister die de schatkist beheert, doet het immers voor velen nooit goed. Maar dat bakkers, slagers en restaurateurs zich en masse bij het koor van Kaagklagers voegen is een nieuw verschijnsel. Reden: agendapunt 7 van de beslisnota van 16 september.
‘Nederland kan best zonder 3790 bakkers, 2246 slagers en 4820 snackbars’
In deze nota geven topambtenaren van Financiën advies aan hun baas over de manier waarop zij kan motiveren dat er géén steun komt voor mkb’ers die met een hoge energierekening worden geconfronteerd. Wat er níet in de nota staat is dit: ‘Maakt u zich geen zorgen, beste bakker, beste slager, wij begrijpen dat u een onmisbare rol speelt in de samenleving, dat uw bedrijf veel energie verbruikt en dat u uw consumentenprijzen niet tot in het oneindige kunt blijven verhogen.’ Wat er wél staat is het diametraal tegenovergestelde. Volgens de topambtenaren van minister Kaag kan Nederland best zónder de 3790 bakkers, de 2246 slagers en de 4820 snackbars die het land nu telt.
Bakker en slager failliet? Geen probleem, dat is gezonde marktdynamiek
Gordels vast. In de beslisnota staat letterlijk: ‘Het energie-intensieve mkb heeft de mogelijkheid om haar prijzen te verhogen omdat ze in minder mate onderhevig zijn aan internationale concurrentie en omdat het koopkrachtpakket de vraag van consumenten zal verhogen. Faillissementen van energie-intensieve mkb’ers hebben geen maatschappelijk ontwrichtende werking. Faillissementen zijn onderdeel van een gezonde marktdynamiek. Een gezonde marktdynamiek vermindert arbeidsmarktkrapte en jaagt verduurzaming en innovatie aan.’ Met andere woorden, houd uw rug recht, minister, u kunt de bakker, de slager en de snackbar gerust failliet laten gaan.
‘Als het erop aankomt, zijn wij schrapbaar, dat staat zwart op wit’
Zover zal het niet komen. Tijdens de Algemene Beschouwingen van vorige week bleek dat een meerderheid van de Tweede Kamer vindt dat er voor energie-intensieve mkb’ers een snelle en ruimhartige compensatieregeling moet worden opgetuigd. Het vooruitzicht op steun leidde uiteraard tot opluchting maar, onder de bakkers, de slagers en de snackbareigenaren is de boosheid en vooral ook teleurstelling nauwelijks minder geworden. ‘Als het erop aankomt, zijn wij schrapbaar, zo staat het nu zwart op wit,’ zegt een van hen.
Wereldvreemd advies ambtenaren Kaag illustreert afstand tussen Den Haag en burger
Op de website van de verschillende branches blijven de verontruste reacties binnenstromen. De artikelen over het advies van de topambtenaren van Kaag behoren inmiddels tot de meest gelezen stukken. Veel ondernemers stellen dat het advies illustreert hoe groot de afstand tussen Den Haag en de burger is geworden. ‘Op welke gronden beoordeel je de economische waarde van een bedrijfstak?’ vraagt een bakker uit Katwijk zich op Bakkerswereld.nl af.‘Hier zie je een duidelijk verschil tussen de waarde die de samenleving daaraan geeft en de economische waarde door beleidsbepalers van ons land. De samenleving vindt het belangrijk dat in ieder dorp de basisvoorzieningen voor eerste levensbehoeften aanwezig zijn. In een dorpsgemeenschap wordt het sluiten van een bakker, een slager en ook een kleine supermarkt juist als een groot verlies ervaren.’