Nederland betaalt jaarlijks vele miljoenen aan het straatarme Rwanda. Het Oost-Afrikaanse land geniet zelfs een speciale status in Den Haag. Wie denkt dat al dit ontwikkelingsgeld wordt besteed aan armoedebestrijding, onderwijs en zorg heeft het mis. President Kagame geeft zijn miljoenen liever uit aan reclame op de shirts van Arsenal, foetert onze columnist Robert Jan Blom.
Koekjeskruimels
Ik vertel u geregeld dat ik van mijn stoel val van verbazing. Toegegeven, dat is overdreven. Ik val niet tussen de koekjeskruimels op de grond. In werkelijkheid vallen mijn kaken van elkaar en staar ik secondelang voor me uit. Een paar dagen geleden overkwam me dat weer toen ik probeerde te begrijpen wat er zich afspeelt achter de zwarte gordijnen van het departement van Ontwikkelingssamenwerking.
Ontwikkelingshulp
Nederland geeft als een goed ‘huisvader’ geld aan landen die dat nodig hebben. We noemen dat heel eerbiedig ‘ontwikkelingssamenwerking’ maar feitelijk gaat het gewoon om de vroegere ‘ontwikkelingshulp’. In totaal gaat het om € 2,4 miljard. Dat bedrag geven wij weg op voorwaarde dat het wordt besteed aan de straatarme bevolking. Voor de duidelijkheid: het gaat om belastinggeld. U hoeft zich niet schuldig te voelen wanneer u de collectebus van Artsen zonder Grenzen of Solidaridad laat passeren. Net als elke Nederlander betaalt u sowieso mee aan de bestrijding van de armoede in arme landen.
Armoedegrens
Nederlanders hebben het over het algemeen goed. En de meesten van ons hebben er geen moeite mee een stukje van onze welvaart met minderbedeelden te delen. Zo betaalden we in 2016 40 miljoen euro aan Rwanda, een land in Oost-Afrika waar ruim zestig procent van de mensen onder de armoedegrens leeft. Let wel, volgens de Rwandese definitie. Het begrip armoedegrens staat er voor het verschil tussen wel of niet voldoende kunnen eten. Rwanda is ook het land waar nog niet zo lang geleden een gruwelijke genocide plaatsvond toen de Hutu’s en de Tutsi’s elkaar afslachtten.
Visit Rwanda
Enfin, Nederland doet een duit in het zakje. We dragen eraan bij dat de bijna twaalf miljoen inwoners van Rwanda het een beetje beter krijgen. Uiteraard gaan we er vanuit dat dit geld wordt besteed aan onderwijs, medische zorg en, pak ‘m beet, hulp bij landbouwmethoden. Een paar dagen geleden bleken de prioriteiten van Rwanda toch elders te liggen. Ja, misschien dat er wel een paar euro overblijft voor een likje verf voor een of ander schooltje maar president Paul Kagame geeft de voorkeur aan een sponsorcontract. Trots twitterde hij dat zijn land een overeenkomst heeft getekend met Arsenal. Met ingang van komend seizoen spelen de Engelse voetbalprofs met de tekst ‘Visit Rwanda’ op hun shirtmouwen zodat vele kijkers op het idee komen een safari te boeken.
Voorbeeld Barcelona
Wat nobel van Arsenal, dacht ik aanvankelijk. Geweldig dat ze hiermee laten zien dat het in het topvoetbal niet alleen om de poen gaat! Ik herinnerde me dat Barcelona jarenlang speelde met Unicef op het tricot. En de kinderorganisatie van de VN hoefde daar geen cent voor te betalen. Integendeel, de Catalaanse club schónk Unicef jaarlijks anderhalf miljoen euro voor het recht de naam te mogen dragen. Barcelona oogstte er wereldwijd een niet in geld uit te drukken goodwillpremie mee. Arsenal zou dit charitatieve voorbeeld toch zeker volgen?
Troetelrelatie stopzetten
Not. Dat president Kagame de komende drie jaar veertig miljoen dollar naar Londen overmaakt is natuurlijk schandalig. Sigrid Kaag, onze minister van dienst, moet onmiddellijk in actie komen. Kijken of ze de sponsordeal nog kan torpederen en ondertussen de troetelrelatie met Rwanda stopzetten en geld terugvorderen. Spreekt voor zich. Nog erger vind ik het feit dat Arsenal al deze miljoenen accepteert van een door volkerenmoord geteisterd, tot de bedelstaf veroordeeld land. Ik zeg u, dit contract zal zich tegen hen keren.
Robert Jan Blom