Alweer 12 jaar geleden viel het doek voor de OAD Groep, ooit een van Nederlands grootste reisorganisaties. Het familiebedrijf vroeg faillissement aan nadat huisbankier Rabobank een lopende kredietfaciliteit beëindigde. De curatoren van OAD startten in 2015 een juridische procedure tegen Rabobank, met de claim dat de bank het krediet ten onrechte had opgezegd en daarmee het faillissement had veroorzaakt.
Lang juridisch gevecht om aansprakelijkheid
De rechtszaak tussen OAD en Rabobank sleept zich jarenlang voort. De familie Ter Haar en de curatoren gaven aan dat Rabobank onzorgvuldig had gehandeld door in 2013 het krediet in te trekken, waardoor OAD failliet ging. Rabobank weersprak dit en stelde dat het bedrijf al lange tijd in financieel zwaar weer verkeerde en dat het beëindigen van de kredietfaciliteit gerechtvaardigd was. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde in februari 2024 dat Rabobank niet aansprakelijk was voor het faillissement. Het hof stelde dat de bank zorgvuldig had gehandeld en geen verplichting had om het krediet verder te verlengen.
Cassatie bij de Hoge Raad: eindstation bereikt
De familie Ter Haar zette haar strijd voort door cassatie aan te tekenen bij de Hoge Raad. Eerder deze maand concludeerde de procureur-generaal van de Hoge Raad dat het cassatieberoep niet slaagt. De Hoge Raad volgt doorgaans de conclusie van de procureur-generaal, waardoor het erop lijkt dat de zaak definitief is afgesloten. Dit betekent dat de uitspraak van het hof in stand blijft en Rabobank niet aansprakelijk wordt gesteld voor het faillissement van OAD.
Lees hier de volledige uitspraak.