Ondernemen betekent risico’s nemen maar deze risico’s wentel je bij voorkeur niet af op je levenspartner. Vandaar dat veel ondernemers met hun echtgenote huwelijkse voorwaarden afsluiten. De bescherming die deze voorwaarden biedt is echter allerminst waterdicht.
Curator grijpt in lege boedel
Er zijn ondernemers die denken de bank te slim af te zijn door met hun echtgenote een regeling op huwelijkse voorwaarden vast te leggen. Vermogen, de auto en zoveel mogelijk andere activa worden van de bedrijfsbalans overgeheveld op naam van de partner. De slimmerikken denken zo min of meer onaantastbaar te worden: in geval van een faillissement grijpt de curator in een nagenoeg lege boedel. Ook de eigen woning, het vakantiehuisje en de dure horloges staan op haar naam. ‘Helaas, alles is van mijn vrouw,’ zullen ze dan zeggen. ‘Ik bezit helemaal niets’.
Beide partners hoofdelijk aansprakelijk
De praktijk is weerbarstiger. Wanneer hij er aanklopt voor een bedrijfskrediet, zal de bank nagaan of er op naam van het echtpaar huwelijkse voorwaarden zijn gevestigd. In dat geval stelt de bank als voorwaarde dat ook zijn vrouw voor het krediet tekent. Beide partners zijn dan hoofdelijk aansprakelijk: in geval van een faillissement worden de bezittingen van beide huwelijkspartners tot de faillissementsboedel gerekend.
Geen spijkerharde garantie
Laten we even aannemen dat de ondernemer een minder strenge bankier treft, een account-manager die hem al jaren kent als een betrouwbare relatie. Deze is wellicht wél genegen een krediet te verlenen, ook al is de ondernemer op huwelijkse voorwaarden getrouwd. Echter ook in deze situatie hoeft de account-manager niet met lege handen te staan wanneer het tot een faillissement komt. De huwelijkse voorwaarden bieden de ondernemer geen spijkerharde garantie dat de bezittingen van zijn vrouw buiten de gemeenschappelijke boedel vallen. Artikel 63 van de Faillissementswet gaat in op dit aspect: Goederen die de gefailleerde buiten de gemeenschap heeft, strekken slechts tot verhaal van schulden die daarop verhaald zouden kunnen worden, indien er generlei gemeenschap was. Anders gezegd: ook al is er sprake van huwelijkse voorwaarden, er kunnen toch goederen zijn die binnen de gemeenschap horen en dus tot de failliete boedel moeten worden gerekend.
Bewijs van aankoop leveren
Een voorbeeld. Stel dat er voor het voltrekken van een huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap huwelijkse voorwaarden zijn vastgelegd. Bij de notaris is keurig vastgelegd welke goederen toebehoren aan de ene partner en welke aan de andere. Vervolgens schaft het stel gedurende het huwelijk allerlei goederen aan. Caravan, electronica, sieraden, noem maar op. Bij een faillissement zal de ondernemer moeten bewijzen dat deze spullen op rekening van zijn vrouw zijn gekocht en daarmee buiten de gemeenschap vallen. Kan dit niet worden aangetoond, dan zullen zij aan de failliete boedel toe vallen.
Ontsnappingsroute
Sterker nog, in beginsel belanden alle goederen die op naam van beide echtgenoten staan in het faillissement. Met behulp van bankafschriften waaruit blijkt dat zij uit eigen middelen meer dan de helft van de aankoopkosten heeft gefinancierd, kan vrouwlief de spullen weer terug krijgen. Overigens, om hij-zij kwesties te voorkomen heb ik het in dit stuk over een mannelijke ondernemer maar de situatie kan natuurlijk evengoed omgekeerd zijn. Om aan het gedoe met bonnen en bankafschriften te ontkomen, of in geval de echtgenote niet over privémiddelen beschikt, is het mogelijk in de huwelijkse voorwaarden een ontsnappingsroute op te nemen in de vorm van een een periodiek verrekenbeding. Met dit beding spreken echtgenoten af dat ze het inkomen na aftrek van de inkomstenbelasting en alle kosten voor levensonderhoud verdelen.
Dode letter
Let wel, dit verrekenbeding mag geen dode letter zijn. Het overgespaarde inkomen moet jaarlijks daadwerkelijk worden berekend en verdeeld over twee bankrekeningen. De Hoge Raad heeft bepaald dat er vanuit mag worden gegaan dat het aanwezige vermogen bij niet-naleving is gevormd door het gezamenlijk vermogen waarmee het binnen de boedel valt. Kortom, bent u ondernemer? Gebruik deze vakantieperiode dan om uw huwelijkse voorwaarden af te stoffen. Ik weet het, er zijn leukere bezigheden te bedenken voor de zomermaanden maar in geval uw bedrijf onverhoopt op de fles gaat, kunt u uzelf en uw echtgenote een boel ellende besparen door nu even het stofkwastje uit een la te halen.
Robert Jan Blom