Dat het Europees Hof van Justitie onlangs een eind maakte aan de Nederlandse praktijk van flitsfaillissementen vervult onze columnist Robert Jan Blom met vreugde. Maar, stelt hij, laten we niet vergeten de rechters en curatoren die al die duizenden onterechte ontslagen op hun geweten hebben op het schavot te zetten.
Trackteren op laptops
In de onmetelijke wereld van het faillissement komt veel rottigheid voor. Besef je als ondernemer dat je bedrijf niet meer te redden is? Dan kun je je werknemers nog gauw trakteren op laptops, een espressomachine en andere interessante spullen omdat die anders toch in de faillissementsboedel vallen. Officieel staat je handelwijze weliswaar te boek als ‘verduistering’ maar daar kraait geen haan naar. Bevriende leveranciers die je nog een hoop centen van je tegoed hebben, kun je ook niet in de kou laten staan. Voor een appel en ei verkoop je hen een auto of een bestelbus zodat het leed van de uitstaande schuld tenminste een beetje wordt verzacht. Je maakt je daarmee schuldig aan een delict – het zogenaamde ‘paulianieus handelen’ – maar wie maalt erom.
Zendelingenwerk van Tineke Hilverda
Tot aan de eeuwwisseling werd er nauwelijks acht geslagen op deze en andere vormen van faillissementsfraude. Kwam er wel fraude aan het licht, dan stond de officier van justitie machteloos omdat hij geen mensen had om het uit te laten zoeken. Pas sinds een jaar of vijf, zes wordt het onderwerp serieus genomen, niet in de laatste plaats dankzij het zendelingenwerk van Tineke Hilverda die in haar rol als hoogleraar faillissementsfraude onvermoeibaar bleef wijzen op de grote financiële en maatschappelijke schade van deze tak van oplichting. Bij de strijd die zij samen met curatoren, rechters-commissarissen en forensische accountants aanging, stuitte Hilverda echter op tegenstand uit geheel onverdachte hoek. Een aantal rechters meende te moeten gaan experimenteren met flitsfaillissementen.
Flitsfaillissement Neckermann
Er zijn vele ‘pre-packs’, zoals de Engelse term luidt, geweest in de afgelopen jaren. We nemen even het faillissement van Neckermannn als voorbeeld. Op 24 juni 2014 werd het faillissement van deze onderneming uitgesproken. Let wel, het gaat hier niet om de reisaanbieder met dezelfde naam maar om het postorderbedrijf. Een paar uur nadat de rechtbank van Breda de online retailer failliet had verklaard, verscheen er een heuglijk bericht op de site van het bedrijf. ‘Voor de consument verandert er niets,’ werd er geruststellend medegedeeld. En: ‘Het assortiment zal in de komende weken versneld worden opgebouwd en uitgebreid.’ Kortom, Neckermann maakte in recordtijd een doorstart met dezelfde eigenaar maar zónder 185 van de 200 personeelsleden en zonder schuldenlast.
IJscoupe naar keuze
Op deze zomerdag zal Andreas Ezinga, de directeur die dit kunstje flikte, het handjevol medewerkers dat overbleef wel even hebben meegenomen naar de dichtstbijzijnde ijssalon waar ze zonder twijfel een coupe naar keuze mochten bestellen. Stel je voor hoe opgelucht hij zich moet hebben gevoeld! Zijn kwijnende bedrijfje was in een klap vrij van schulden, verlost van de meeste personeelslasten én hij kon met de zegen van de edelachtbare doorgaan alsof er niets was gebeurd! Een hele reeks andere bedrijven verhing op dezelfde manier de gordijnen. Denk onder meer aan kinderopvangbedrijf Estro, garnalenpeller Heiploeg en het blootbedrijf van Marlies Dekkers.
Wet overgang van onderneming
De rechters meenden hun oordeel te kunnen rechtvaardigen door de Wet overgang van onderneming ook toe te passen op bedrijven die als door een wonder herrijzen uit de nog hete as van een faillissement. Je zou haast denken dat deze rechters zich hebben laten omkopen: iedereen met ook maar een beetje inzicht in wet- en regelgeving wist dat dit niet klopte. Het is derhalve niet verbazingwekkend dat het Europese Hof onlangs – na een door de tandenbijters van vakbond FNV aanhangig gemaakte zaak – een ferme punt zette achter deze malicieuze interpretatie. De uitspraak van de hoogste Europese rechter heeft verregaande consequenties. Niet alleen naar de toekomst toe, omdat het eindelijk afgelopen is met de sjoemelpraktijken rond flitsfaillissementen, maar ook naar het verleden. Nu is vastgesteld dat deze doorstarts niet hadden mogen plaatsvinden, zijn de ontslagen werknemers formeel nog in dienst. Vakbondsjuristen en HR-managers zullen er nog een hele kluif aan hebben. Ik hoop hartstochtelijk dat ook de hoofdverantwoordelijken voor deze janboel niet buiten schot blijven: de rechters en curatoren die willens en wetens duizenden mensen op straat hebben laten zetten en honderden schuldeisers naar hun geld hebben laten fluiten.