Hoezeer ze de grote boze buitenwereld ook de schuld proberen te geven, de oorzaak van een faillissement ligt vrijwel altijd bij de ondernemers zelf, zo blijkt uit onderzoek. Toch is er een hoogleraar opgestaan die failliete ondernemers wil steunen en aanmoedigen om opnieuw te beginnen. Onze columnist Robert Jan Blom is op z’n zachtst gezegd geen voorstander van dit initiatief.
Dappere doeners die ondanks alles failliet gaan
Ik moet vandaag naar de supermarkt. Mijn tissues zijn op. Hoe dat komt? Ik heb een paar dozen vol gesnoten tijdens het lezen van de reportage waar De Telegraaf een paar dagen geleden mee uitpakte. Nee, het ging niet over de mensonterende toestanden in Aleppo noch over de dreigende hongernood in Afrika, het ging over gevallen ondernemers. Over dappere doeners die ondanks alles failliet zijn gegaan – snif. Over een marketingmanager die onderuit ging omdat hij ‘een fabriek in etiketteermachines’ kocht. ‘En ik kende het hele vak niet,’ vertelde hij tegen de krant – erg hé? En over een jonge uitgever die het, met zeven man in dienst, ‘allemaal anders’ wilde gaan doen maar geen plek wist te verwerven in de ‘conventionele’ boekenbranche. Ons kent ons-wereldje, hé, klaagde hij. Terwijl de briljante boekconcepten uit zijn oren spoten, lieten ze hem gewoon niet toe. Vreselijk toch?
Mevrouw Dijkhuizen biedt hoop
Gelukkig is er hoop voor deze tobbers, alsmede voor andere ondernemers die alleen nog de curator als visite over de vloer krijgen. Josette Dijkhuizen uit Eindhoven ziet het als ‘haar missie’ om het taboe rond het faillissement door te prikken. Ze wil ondernemers aansporen om opnieuw te beginnen, zo verkondigde ze in De Telegraaf. Deze mevrouw Dijkhuizen is niet zomaar iemand. Haar LinkedIn-profiel vermeldt dat ze sinds acht maanden als honorair (lees: onbezoldigd) hoogleraar Ondernemerschapsontwikkeling is verbonden aan de universiteit van Maastricht. Verder is ze onder meer bestuurslid van de Nederlandse Vrouwen Raad, van een paar clubs die de regio Eindhoven willen opstuwen in de technologische vaart der volkeren en ze heeft een eigen bedrijf, een adviespraktijk voor ondernemers. Ik kwam ook tegen dat mevrouw Dijkhuizen een paar jaar geleden de vergadering van de VN heeft toegesproken over de uitdagingen van ‘gender equality’ en het potentieel van ‘women entrepreneurs.’
Imago gefailleerde veranderen
Mevrouw Dijkhuizen, die ook de mensen in Pakistan, Libanon en Macedonië heeft toegesproken, torst het lot van de (failliete) ondernemer op haar schouders. Niet alleen van vrouwen, ook van mannen. Ze wil het imago van de gefailleerde veranderen. Ze vindt het niet fair dat ‘ondernemers vooral succesvol moeten zijn.’ Want: ‘Gaan ze onderuit dan worden ze óf gezien als schurken die hun schuldeisers in de kou laten staan óf als slachtoffers die het allemaal niet meer konden bijbenen,’ zegt ze in de krant. Ze pleit ervoor de gesneefde ondernemer een nieuwe kans te geven. Gelouterd door hun ervaring zouden herstarters succesvoller zijn dan gewone starters: ‘Als het negen jaar goed is gegaan in je bedrijf, en één jaar slecht, waarom zou je dan gelijk helemaal afgeschreven moeten zijn?’ vraagt ze zich af.
Mag ik ook de VN toespreken?
Eerlijk gezegd ben ik jaloers op mevrouw Dijkhuizen. Misschien moet ik een keertje koffie met haar gaan drinken om te vragen of ik ook niet eens een keer naar New York mag vliegen om de afgevaardigden van de Verenigde Naties toe te spreken. Ik zou het niet over vrouwelijke, mannelijke, zwarte, homoseksuele of drankverslaafde ondernemers willen hebben maar gewoon, over ondernemers. Het maakt mij niet uit met wie ze in bed liggen, welk kleurtje ze hebben of waar ze in geloven. Of toch wel: ik wil dat ze geloven in hun verantwoordelijkheid als ondernemer. Ja, daar ga ik het over hebben. Wellicht loop ik voor de muziek uit maar je kunt nooit weten: ik heb gisteren al een paar notities gemaakt voor mijn spreekbeurt. Mijn vrouw betrapte me zelfs toen ik voor de spiegel mijn speech tot de denkbeeldige VN-assemblee oefende. Hieronder leest u ongeveer wat ik zou willen zeggen.
Laat u niet in de luren leggen door zielige praatjes
‘Geachte afgevaardigden aller landen, laat u niet in de luren leggen door zielige praatjes over een ‘taboe’ op het faillissement en ten onrechte ‘afgeschreven’ ondernemers die zo graag een tweede kans willen krijgen. Ik heb jarenlang onderzoek naar faillissementen. In 95 procent van de gevallen gaat de onderneming failliet als gevolg van fouten van de ondernemer die het, niet gehinderd door veel verstand van zaken, wel even dacht te kunnen maken. En zodra het misloopt wordt de schuld van het faillissement afgewenteld op de economie, de bank, de klanten of de curator: iedereen heeft het gedaan, behalve zijzelf. Wat de u welbekende mevrouw Dijkhuizen nog vergat te vertellen, is dat ondernemers in Nederland jaarlijks een bedrag van zes miljard euro aan niet-betaalde facturen achterlaten. Hoe denkt zij dat deze schade wordt betaald? Ruim driekwart moet worden afgeboekt door de schuldeisers, leveranciers en financiers die kunnen fluiten naar hun centen. De rest komt voor rekening van de fiscus en dus de belastingbetaler. En wat te denken van al die werknemers die door hun arrogante en ondeskundige bazen op straat worden gezet? Zij moeten ook maar zien hoe ze hun hypotheken betalen en hun gezinnen draaiende houden.’
Lessen in ondernemerschap
‘Net als mevrouw Dijkhuizen maak ook ik me sterk voor ondernemers, voor de mensen die een bedrijf willen beginnen. Laten we er voor zorgen dat ze voorbereid aan de start verschijnen, laten we hen verplichten lessen te volgen in ondernemerschap, in product- en dienstontwikkeling, in personeels- en debiteurenbeheer, in marketing, bankzaken en klantenservice. Tot in de tachtiger jaren stelden we in Nederland eisen aan beginnende ondernemers in de vorm van het Ondernemers Vaardigheden Diploma. Tegenwoordig mag iedere idioot een bedrijf beginnen. En wie vervolgens door zijn eigen ondeskundigheid, arrogantie, narcisme en zelfzuchtigheid failliet gaat en daarmee allerlei instanties en mensen benadeelt, komt er straffeloos mee weg. Sterker nog, aan de hand van mevrouw Dijkhuizen mag je als een jengelende kleuter klagen over al het onrecht dat je is aangedaan en de tweede kans die je onthouden wordt. Laat u geen zand in de ogen strooien, geachte afgevaardigden, ondersteun ondernemers met strak onderwijs, eis een diploma en voer strafwetgeving in voor surrogaat-ondernemers die lukraak fabrieken in etiketteermachines kopen. Eens?’
Robert Jan Blom