De schok van de coronacrisis kan financiële instellingen in zeer ernstige problemen brengen en zelfs leiden tot een nieuwe eurocrisis. Dit stellen onderzoekers van het Centraal Planbureau (CPB) in de Risicorapportage die op 2 juni is verschenen. Nederlandse banken zijn weliswaar weerbaarder dan tijdens de kredietcrisis maar de coronacrisis kan bij bedrijven en huishoudens financiële problemen veroorzaken en daardoor ook banken meetrekken, waarschuwt het CPB.
Stresstest schat effecten coronacrisis in
Om een betrouwbare inschatting te kunnen maken van de korte- en langetermijneffecten van de coronacrisis op het mkb, hebben CPB-onderzoekers een stresstest ontworpen. Hierbij is met zoveel mogelijk factoren rekening gehouden zoals de tijdelijke steunmaatregelen van de overheid, het uitstel van belastingbetalingen aan de fiscus en rente en aflossingen aan banken. Als uitgangspositie zijn de administratieve gegeven van de bedrijven uit 2018 genomen, een jaar waarin veel bedrijven nog liquide en solvabel waren.
Mkb: extra liquiditeitsbehoefte van twaalf miljard
Uit de stresstest komt een onthutsend beeld naar voren. Door de coronacrisis is er in de eerste drie maanden bij dertig procent van het Nederlandse mkb een extra liquiditeitsbehoefte van minimaal twaalf miljard euro ontstaan. Bij een voortdurende lage omzet zal dit binnen zes maanden oplopen tot dertig miljard bij bijna vijftig procent van het Nederlandse mkb. Een aanzienlijk deel daarvan wordt door het beleidspakket opgevangen.
Binnen zes maanden ontstaat bij kwart bedrijven risicovolle solvabiliteitspositie.
De grootste liquiditeitsbehoefte ontstaat in de handel, industrie, vervoer en opslag en in de horeca. Deze sectoren zijn door de lockdownmaatregelen het sterkst getroffen en hadden de kwetsbaarste startpositie. De solvabiliteit van de meeste bedrijven blijft in de stresstesten nog op orde maar, stelt het CPB, dat lijkt mede te komen door aannames die de effecten van de coronacrisis onderschatten. Ook wat betreft solvabiliteit worden er sterke verschillen tussen de sectoren zichtbaar. Volgens de scenario’s worden horeca, industrie, handel & cultuur en sport het sterkst geraakt: bij meer dan 25 procent van deze bedrijven ontstaat binnen zes maanden een risicovolle solvabiliteitspositie.
Meer probleemleningen door snelle afbouw van steunmaatregelen
De huidige steunmaatregelen dragen eraan bij dat de gevolgen van de coronacrisis voor banken beperkt blijven en daarmee ook de risico’s voor de financiële stabiliteit. Een snelle afbouw van deze steunmaatregelen zal echter zijn weerslag hebben op banken: er ontstaan meer probleemleningen. Dit betekent niet dat de maatschappelijke voordelen van steun tot in lengte van dagen de kosten overstijgen. De kans bestaat dat de overheid hoge kosten maakt om bedrijven overeind te houden die uiteindelijk niet levensvatbaar blijken te zijn.
EMU kwetsbaar voor coronacrisis
Ook Economische en Monetaire Unie is kwetsbaar voor het langer aanhouden van de coronacrisis, aldus het CPB. In een aantal landen van de eurozone is de verwevenheid tussen overheden en banken door het bezit van staatsobligaties nog steeds aanwezig. Deze verwevenheid heeft tijdens de kredietcrisis en de daaropvolgende eurocrisis al grote problemen opgeleverd. Wel zijn banken nu beter gekapitaliseerd en is het aantal probleemleningen teruggebracht. Daarnaast zijn er stappen gezet om de risico’s via een bankenunie te reduceren.
Beleggingsportefeuilles Nederlandse financiële instellingen risicovoller
Ook Nederland loopt risico’s bij een nieuwe eurocrisis, niet in de laatste plaats vanwege de blootstelling van de private sector aan aandelen, obligaties en bankleningen in de zwaarst getroffen landen. Bovendien zijn de beleggingsportefeuilles van Nederlandse financiële instellingen mede als gevolg van de lage rente risicovoller geworden. Zeker verzekeraars en beleggingsfondsen zijn risicovoller gaan beleggen. Nadeel van deze strategie is dat een snelle stijging van de voorheen lage risicopremies tot verliezen zal leiden.