Actuele informatie over faillissementen en surseances

 

Een lesje basiseconomie voor Lodewijk Asscher

Door:
Robert Jan Blom
  |  2 december 2015
Onze columnist Robert Jan Blom heeft vicepremier Asscher hoog zitten. Juist daarom vindt hij het zo spijtig dat deze minister zich telkens weer bedient van het woord Banenplan. Met een blik op de geschiedenis legt Blom uit waarom banenplannen niet kunnen werken.

Een leger werkzoekenden

Toch vreemd. Onze economie schijnt goed te draaien maar niettemin daalt de  werkgelegenheid. Het aantal geregistreerde werklozen loopt langzaam op naar de 700.000, ongeveer 450.000 mensen zijn op de bijstand aangewezen en een paar honderdduizend anderen (huisvrouwen, jongeren, gehandicapten) zoeken werk maar krijgen geen uitkering. Bij elkaar beschikt ons land over een werkzoekendenleger van een slordige 1,3 miljoen individuen. Slechts een klein deel van hen mag er op rekenen ooit nog aan de slag te komen. Wie ouder is dan 45 jaar kan het al bijna schudden. Ouder dan 50? Uw kans is te verwaarlozen. Nóg ouder? Er rest alleen vrijwilligerswerk. U weet wel, dat zijn volwaardige banen waarvoor u niet betaald krijgt.

Cynisch lachje

Gelukkig is er een oplossing, het banenplan. Kunt u een cynisch lachje niet onderdrukken wanneer u dit woord hoort? Dan heeft minstens vijftig verjaardagen achter de rug. Etymologen moeten er nog maar eens hun hoofd over buigen maar in mijn vocabulaire staat de naam van Joop den Uyl genoteerd als uitvinder van dit woord. In 1981 beloofde deze PvdA-voorman, die zich in het kabinet Van Agt-II de post van minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid had toegeëigend, 60.000 nieuwe banen te scheppen met zijn Banenplan. Kosten: vier miljard gulden. Het plan kwam er niet van, de banen evenmin. Sterker, achteraf gezien had Joop zijn voornemen beter als ‘bananenplan’ kunnen presenteren: het kabinet kon het niet eens worden en gleed er over uit.

Erfgenaam van Den Uyl

Om redenen die mijn bevattingsvermogen te boven gaan, wordt in PvdA-kringen al decennia gestreden om de titel ‘politieke erfgenaam van Den Uyl’, een van de meest drammerige, breedsprakerige en geldverspillende politici die ons land ooit heeft gekend. Een archetypisch salonsocialist als Marcel van Dam, ergens op de Veluwe bezitter van een buitensporig groot landhuis maar dat terzijde, raakt bijvoorbeeld bijzonder opgewonden wanneer hij niet in een adem met Joop wordt genoemd. En een paar jaar geleden viel Diederik Samson in Amsterdam nog bijna in katzwijm toen hij een lezing ‘mocht houden’ over ‘de geschiedenis en de erfenis van Den Uyl die we nodig hebben om de toekomst aan te kunnen.’ Helaas heb ik moeten constateren dat zelfs de doorgaans zo nuchter ogende Lodewijk Asscher ook is bezweken voor de penetrante zwijmelarij die de pseudo-staatsman Den Uyl omringt. Onze vice-premier heeft het gewaagd het woord Banenplan in de mond te nemen.

Welgemeend advies

In de versie van Lodewijk gaat het om een soortement school waar werkloze jongeren een vak leren: schilderen, timmeren, ramen in elkaar zetten en nog meer die activiteiten. Echte banen zijn het niet, Asscher vindt dat geen punt. Hij meent dat, wanneer je naar de les gaat, je feitelijk al een baan hebt. Zijn plan kost zeshonderd miljoen euro. Omdat ik minister Asscher een talentvol politicus vindt, geef ik hem bij deze een welgemeend advies: excellentie, ga uw gehemelte spoelen en neem nimmer meer het B-woord in de mond. Banenplannen werken niet in een verslechterde economie. Als er geen werk is, kun je ook geen werk creëren, niet met tonnen, niet met miljoenen, niet met miljarden. Stel orde op zaken in de economie, laat de bedrijven floreren en u zult zien dat zij vanzelf behoefte krijgen aan nieuwe werknemers.

Robert Jan Blom


Volg het laatste nieuws en insolventies via Twitter
Volg het laatste nieuws en insolventies via Facebook
  • Binq Media B.V., Media Park, Locatie Heideheuvel H1, Mart Smeetslaan 1, 1217 ZE Hilversum, Nederland