Het faillissement van verpakkingsbedrijf Paardekooper heeft grote gevolgen voor zowel het personeel als de vele klanten in binnen- en buitenland. Inmiddels hebben 356 van de circa 630 medewerkers in Nederland hun baan verloren. Daarmee is ruim de helft van het personeelsbestand geraakt door de ondergang van het familiebedrijf, dat meer dan een eeuw actief was en wereldwijd leverde aan onder meer de bloemen- en foodsector.
Strengere regels en zware concurrentie
Volgens het bestuur en de curatoren liggen meerdere oorzaken ten grondslag aan het faillissement, dat op 21 augustus werd uitgesproken. Zo speelden stijgende energie- en grondstofprijzen een rol, net als de steeds strengere wet- en regelgeving rond duurzame verpakkingen. Daarnaast werd de internationale verpakkingsmarkt de laatste jaren steeds competitiever. Concurrenten met schaalvoordelen konden meer investeren in innovatie en efficiënter produceren, waardoor Paardekooper marktaandeel verloor.
Hoewel het bedrijf al sinds april dit jaar te koop stond, trok de laatste serieuze kandidaat-koper zich in de zomer terug. Een aanvraag tot uitstel van betaling volgde, waarna uiteindelijk het faillissement werd uitgesproken.
Verkoop van onderdelen in volle gang
Na de val van het bedrijf meldden zich meer dan zestig geïnteresseerde partijen voor een doorstart of overname van onderdelen. Inmiddels is de divisie Food, Retail, Industry & Services (FRIS) verkocht aan de Zweedse OptiGroup, die vanuit Den Hoorn een deel van de activiteiten wil voortzetten. Daarbij zouden zeker 65 medewerkers een nieuwe baan krijgen.
Ook de aandelen van Paardekooper in bloemvoedingsproducent Vaselife International zijn verkocht aan de mede-aandeelhouder. Voor deze transactie werd 834.000 euro betaald, waarvan ruim 700.000 euro naar de faillissementsboedel gaat. Daarnaast is er op hoofdlijnen overeenstemming bereikt over de verkoop van zeven Horti-winkels. Toch blijft de toekomst van de tuinbouwdivisie onzeker: de curatoren spreken van een tijdsintensief proces, waarbij nog geen definitieve koper is gevonden.
Naast de Nederlandse activiteiten is ook een reeks buitenlandse deelnemingen in de etalage gezet, waaronder vestigingen in België, Colombia, Vietnam, de VS en Kenia.
Forse schulden en onbetaalde rekeningen
De financiële schade is aanzienlijk. Banken, waaronder ING en Rabobank, hebben samen ruim 63 miljoen euro uitstaan bij Paardekooper. Daarnaast hebben leveranciers en andere crediteuren tientallen miljoenen aan vorderingen ingediend. Veel partijen proberen hun geleverde goederen terug te krijgen, wat de afwikkeling bemoeilijkt.
In totaal zijn er voor de tuinbouwtak 190 crediteuren met vorderingen van samen 5,5 miljoen euro. Voor de inmiddels verkochte FRIS-divisie ligt dat bedrag zelfs op ruim 30 miljoen euro. Ook zijn er nog openstaande facturen van klanten ter waarde van 33 miljoen euro, waarvan inmiddels ongeveer de helft is geïnd door de curatoren.
Klap voor de sector
Het faillissement treft niet alleen de honderden medewerkers, maar ook een groot aantal bedrijven in de sierteelt- en retailsector die afhankelijk waren van de verpakkingen van Paardekooper. Zij zijn genoodzaakt op zoek te gaan naar alternatieve leveranciers.
Ondertussen onderzoeken de curatoren de precieze oorzaken van het faillissement en wordt er verder gewerkt aan de verkoop van resterende onderdelen. Of er nog meer banen kunnen worden gered, hangt volledig af van de uitkomst van die onderhandelingen.